Er is een akkoord over de invoering van het leenstelsel voor studenten.

Woensdagmiddag kwam minister Jet Bussemaker (Onderwijs) eruit met de regeringspartijen VVD en PvdA en de twee oppositiepartijen D66 en GroenLinks. Bussemaker noemt dit de grootste onderwijsherziening in de afgelopen 30 jaar.

In het leenstelsel wordt de basisbeurs vanaf het collegejaar 2015/2016 voor studenten vervangen door een lening. Volgens de minister levert dit “op lange termijn een investering van een miljard euro op”. De aflossingstermijn van die lening bedraagt 35 jaar.

De ov-studentenkaart, waarmee studenten nu gratis gebruik maken van het openbaar vervoer, blijft bestaan. Deze wordt ook toegankelijk voor minderjarige mbo’ers, wat nu nog niet het geval is.

Studenten woedend

De studenten zijn “woedend” op de politiek, omdat het leenstelsel nu toch wordt ingevoerd. De Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) maken zich ernstige zorgen over de gevolgen hiervan voor studenten. Hoewel acties tegen het leenstelsel nu nog niet aan de orde zijn, sluit het ISO ze zeker niet uit.

"Studeren wordt fors duurder en als afgestudeerde heb je veel langer last van je studieschuld", zegt ISO-voorzitter Ruud Nauts. "Momenteel hebben studenten bij hun afstuderen een gemiddelde schuld van 15.000 euro. Met dit voorstel moet de student hier nog eens 15.000 euro bij optellen", zegt Jorien Janssen van de LSVb.

Studeren lastiger voor armen

De organisaties vrezen dat studeren straks lastiger, zo niet onmogelijk wordt voor studenten wier ouders niet financieel kunnen bijspringen.

De aanvullende beurs wordt dan wel met 100 euro per maand verhoogd, maar dat is volgens de studentenvakbond een "wassen neus''. "Juist deze groep studenten is het meest kwetsbaar'', zegt Jansen.

Investeren in onderwijs

Het is de bedoeling dat de opbrengsten uit het leenstelsel als investering in de kwaliteit van het onderwijs terugkomen. Het ISO zegt daar kritisch naar te kijken. "Dat moet wettelijk vastgelegd worden. Ook de studenten die vanaf september 2015 betalen, moeten direct effect zien op de kwaliteit van het onderwijs’’, aldus Nauts.

Het ISO ziet echter ook wat positieve kanten aan het huidige plan. Of, zoals ze het zelf zeggen: "Het vorige voorstel was nóg slechter." Zo blijft de ov-studentenkaart behouden en wordt deze ook beschikbaar voor alle mbo'ers, meerderjarig en minderjarig. Dat is iets waar mbo'ers al sinds 1998 voor strijden.

De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) laat in een reactie weten blij te zijn dat er na 20 jaar "een einde is gekomen aan het onrecht''. "Nu alleen nog het leenstelsel van tafel'', aldus JOB-voorzitter Michiel Steegers.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl